Hoe kies je speakers, hoe moet je ze plaatsen, en kun je ook een goede mix maken op koptelefoons?

Grote, professionele studio’s hebben meestal zowel grote speakers als kleine speakers. Hoewel het geluid op die grote speakers heel analytisch is en je er heel goed het laag op kunt afstellen, zijn ze vanwege het formaat niet geschikt om in de gemiddelde thuisstudio te zetten. Nog even afgezien van de prijs (...). Gelukkig kun je ook goede mixen maken op kleine nearfield speakers. Op dit soort monitors krijg je een goede indruk van hoe je muziek in de gemiddelde huiskamer zal klinken. Omdat nearfields dichtbij staan, zal het directe geluid harder zijn dan het gereflecteerde geluid van wanden en plafonds. De akoestiek van de ruimte luistert dus wat minder nauw, zeker als je niet te hard draait.

 

NS10 v2

 

De bekendste nearfield: Yamaha NS-10

De Yamaha NS-10 is legendarisch. In de jaren 80-90 stond deze speaker letterlijk in elke studio. Als de mix op de Yamaha’s klopte, dan wist je bijna zeker dat deze op andere (consumenten) speakers ook goed zou klinken. NS-10’s gaven een tight geluid, met relatief weinig laag en tophoog. Helaas is Yamaha op een gegeven moment gestopt met de productie, maar op sites als Marktplaats zie je zog regelmatig voorbijkomen. Hoewel het wat agressieve midden van NS-10's minder prettig is om de hele dag naar te luisteren, kun je er nog steeds heel precies de verhoudingen bepalen van belangrijke instrumenten als zang, gitaar, snare en keyboards.

 

FreqPlot NS10 v2

De Yamaha NS10 heeft bepaald geen rechte frequentiekarakteristiek. De laagste twee octaven (20-80Hz) worden eigenlijk nauwelijks weergegeven. De ietwat agressieve klank wordt veroorzaakt door de piek rond 1,8KHz.

 

Sinds de NS10 is het geluid van nearfields flink verbeterd. Door het gebruik van software bij het ontwerp, en het toepassen van betere materialen hebben moderne nearfields een rechtere frequentiekarakteristiek dan speakers van vroeger. Bovendien zijn ze analytischer.

 

Welke speakertypen zijn er?

  • Speakers kunnen actief of passief zijn. Passieve speakers (zoals de NS-10) worden gevoed door een losstaande versterker. Maar kabels tussen versterker en speaker zijn, afhankelijk van kwaliteit en lengte, een bron van verlies. Bij actieve speakers zit de versterker in de speakerkast en hoeft de speakerkabel dus maar heel kort te zijn. Actieve speakers hebben als bijkomend voordeel dat de versterker exact kan worden ontworpen om een specifieke speaker aan te sturen. Nu zul je zeggen, voordat het signaal in de versterker van een actieve speaker aankomt moet het toch óók door een (lange) kabel? Dat klopt, maar dat signaal is veel robuuster dan het signaal dat uit een eindversterker komt. Daardoor is het minder gevoelig voor de kwaliteit van de kabel.
  • Speakerfabrikanten kiezen specifiek voor een gesloten of open, met een poort (ook wel 'basreflex'). Basreflex heeft als voordeel dat het frequentiebereik in het laag groter is. Dat werkt zo: de poort is zo getuned dat er een lage resonantie ontstaat, waardoor de basweergave op een bepaalde frequentie harder wordt. Een nadeel van een open ontwerp is dat de basweergave wat onstrak kan zijn. Doordat de woofer vrij kan bewegen in de open kast, gaat deze natrillen. Hierdoor lijken kick en bas meer sustain te hebben dan het in werkelijkheid is. Bij een gesloten ontwerp wordt de woofer tegengehouden door de luchtdruk. Zo'n speaker heeft dan ook een wat strakkere en meer gecontroleerde basweergave. Hoewel de bas wat zachter is, loopt de frequentiekarakteristiek langzamer en gelijkmatiger af dan bij een open ontwerp.

 

Hoe beslis je welke speakers je moet kopen?

Hoewel je met behulp van producttests alvast het kaf van het koren kunt scheiden, is de keuze van de juiste speaker een persoonlijke. De beste manier is dan ook om in een (goede) winkel op je gemak te gaan luisteren naar speakers, met materiaal dat je goed kent. Waar moet je op letten?

  • Luister naar detaillering. Hoe doorzichtig is een opname op een bepaalde speaker?
  • Luister naar de sound van een speaker. Sommige speakers verwennen enigszins met een wat sensationeel geluid. Hoewel dat aantrekkelijk lijkt, is voor studiowerk een ongekleurd geluid beter. Op een ‘saaie’ speaker zul je namelijk harder moeten werken om tot een opwindend geluid te komen. Heb je dit opwindende geluid eenmaal  vastgelegd, dan zal de mix op andere speakers ook goed klinken. Luister vooral naar de kleuring van mooi opgenomen zang. Ons oor is extra gevoelig voor de klank ervan, aangezien we in het dagelijks leven de hele dag naar stemmen luisteren.
  • De prijs. Als je budget niet onbeperkt is, zul je prioriteiten moeten stellen. Wat betreft apparatuur voor de studio, zijn er een paar onderdelen waar het écht loont om geld aan uit te geven. Speakers horen eigenlijk op nummer 1 te staan, ze zijn immers het verlengstuk van je oren. Met betere speakers maak je betere opnames en mixen. Goede speakers gaan langer mee dan bijvoorbeeld een computer, harddisk of software, en zijn daarom een betere investering. Merken met een goede reputatie zijn Focal, Adam, Dynaudio, Neumann, PMC, Quested, ATC, PSI en Genelec.
  • Houd ruimte in je budget over om akoestische aanpassingen te doen. Alleen dan zullen goede speakers tot hun recht komen. Meer hierover in een volgend artikel.

 Goede producttests vind je op www.soundonsound.com

 

Speakersetup v2 

 

 

Hoe plaats je speakers? 

  • Zorg dat de speakers een gelijkzijdige driehoek vormen met de luisteraar. Een lengte van 1,5 meter per zijde is een goed uitgangspunt.
  • Zet de opstelling zo symmetrisch mogelijk in de ruimte. Hoe gelijkmatiger de reflecties van links en rechts, hoe evenwichtiger het stereobeeld. 
  • Zet de opstelling niet midden in de ruimte of dicht tegen de voorwand/achterwand. Over het algemeen levert eenderde ruimte vóór de luisteraar en tweederde achter, de beste resultaten.
  • Controleer op het gehoor wat de beste plek in de ruimte is, door de hele opstelling te verplaatsen.
  • Hoge frequenties worden gericht naar één punt, lage frequenties verspreiden zich rondom. Om die reden moeten de tweeters (units voor de hoge tonen) gericht staan op je oren. Soms is het nodig om de speakers een beetje te kantelen.
  • Zet speakers niet te dicht op vlakke oppervlakken als wanden, ramen of een bureaublad. Anders ontstaat er kleuring doordat de reflecties worden vermengd met het directe geluid.
  • Zet speakers op spikes, pads of op zware blokken, of kisten met zand. Je voorkomt daarmee dat het dragende oppervlak gaat meetrillen.
  • Zet de monitors liever niet op hetzelfde oppervlak. Doordat de trillingen van beide speakers elkaar fysiek kunnen bereiken zal het stereobeeld eronder leiden.

 

Zijn koptelefoons geschikt om op te mixen?

Ja! Een groot voordeel van een koptelefoon is dat de (slechte) akoestiek van een ruimte wordt buitengesloten. Plus het lawaai van sirenes, koelkasten en buren. Bovendien veroorzaak je zelf ook geen overlast. Een ander voordeel is dat koptelefoons details kunnen blootleggen die op speakers niet te horen zijn, zoals kleine foutjes, ruisjes of andere onvolkomenheden. Zelfs in professionele studio’s is het een goede gewoonte om met koptelefoon de final mix te controleren. Last but not least hebben goede koptelefoons een (zeer) rechte frequentieweergave, ook in het laag. Mocht je geen budget hebben voor behoorlijke speakers, dan is het wellicht een goed idee om eerst een goede koptelefoon te kopen. Tegen de tijd dat je goede speakers hebt, kan die koptelefoon nog steeds zijn diensten bewijzen als secundaire afluistering.

 

Wat zijn de nadelen van koptelefoons?

  • Koptelefoons geven zoveel detaillering, dat je geneigd bent om subtiele ingrediënten in de mix te zacht te zetten, zoals bijvoorbeeld galm en delay. Zodra je dezelfde mix op speakers draait, zul je merken dat het geheel te droog is
  • op koptelefoon heb je de neiging om in de mix de leadzang (of instrumentale leads) te zacht te zetten
  • De panning van instrumenten lijkt op een koptelefoon al snel overdreven. Je bent dus geneigd om instrumenten minder extreem in het spectrum te zetten dan je op speakers zou doen. Dit leidt gemakkelijk tot een smallere mix
  • je mist de fysieke sensatie van bas in je buik en skelet
  • Koptelefoons zijn minder comfortabel om lang te dragen.

Net als bij speakers is er een onderscheid tussen koptelefoons voor consumenten en voor studio’s. Professionele merken als Beyerdynamic, AKG, Sennheiser, Audio Technica en Sony maken studiokoptelefoons met een goede reputatie.

 

Sennheisser HD650 v2

 

Sennheiser HD650

 

Eén koptelefoon verdient speciale vermelding: de Sennheiser HD650. Deze moderne klassieker komt al vijftien jaar unaniem goed uit tests en wordt zelfs door masteringstudio's gebruikt. De HD650 is weliswaar niet goedkoop, maar kost nog altijd een stuk minder dan goede-kwaliteit speakers. En is bovendien een goede langetermijninvestering. Net als bij speakers is het een goed idee om in een winkel eens op je gemak te gaan luisteren naar koptelefoons. Op www.head-fi.org vind je veel informatie over dit onderwerp.

In Deel 2  uit deze serie lees je alles over akoestiek.