Hoofdstuk 33/ Just One Louder
Producers willen zo ‘hot’ mogelijk klinken. Bands willen graag aandacht. Platenmaatschappijen willen dat hun artiesten net zo hard klinken als de concurrentie… of liever nog harder. De laatste 30 jaar is het volume van popmuziek flink toegenomen. Dit heeft geresulteerd in wat we noemen de ‘Loudness War’. Het hogere volume wordt bereikt door compressie. Naast het voordeel van de extra aandacht die hardere muziek krijgt, is er het voordeel dat een liedje heel compleet klinkt. Zeker als je zacht, en op kleine speakers draait.
Tegenstanders van de Loudness War klagen over het gebrek aan punch en dynamiek van de typische Loudness War-producties. Bovendien is zo'n fuzzy pannenkoek vermoeiend om naar te luisteren. In het volgende filmpje wordt het probleem heel duidelijk uitgelegd:
Feit is dat plattere producties beter klinken op kleinere speakers en slechter op grotere. Vergelijk maar eens Johnny Guitar Watsons’ A Real Mother For Ya (pre-Loudness War) op hetzelfde volume met Snow Patrol - Run (2003).
Hierbij een aantal voorbeelden van albums met een zeer hoog volume:
Oasis - 'What’s the story, morning glory’
Avril Lavigne - 'Avril Lavigne'
U2 - ‘How to dismantle an atomic bomb’
Kid Rock - ‘Rock and Roll Jesus’
Arctic Monkeys - ‘Whatever people say I am, that’s what I’m not’
Franz Ferdinand - ‘You could have it so much better’
Foo Fighters - ‘Wasting light’
Er zijn ook altijd artiesten geweest die, geheel tegen de trend in, niet wilden meedoen aan de Loudness War.
Enkele voorbeelden:
Norah Jones - ‘Little broken hearts’
Belle & Sebastian - ‘Girls in peacetime want to dance’
Beck - ‘Morning phase’
Arcade Fire - ‘Reflektor’
Daft Punk - ‘Random acces memories’
Bon Iver - ‘Bon Iver’
Alison Krauss & Union Station - ‘Paper airplane’
Jack White - ‘Lazaretto’
Mark Ronson - ‘Uptown special’